GESCHIEDENIS CADIER EN KEER

Cadier en Keer (Limburgs: Keer) is een Zuid-Limburgs dorp, niet ver ten oosten van Maastricht gelegen.

Het maakt sinds 1982 deel uit van de Nederlandse gemeente Margraten en sinds 2011 van de fusiegemeente Eijsden-Margraten. De plaats ligt aan de provinciale weg tussen Maastricht, Gulpen en Vaals (de N278). 

Cadier en Keer telde in 2018 3446 inwoners.

Door de ligging dichtbij Maastricht en langs een belangrijke verkeersweg is het vooral een forensendorp.

Het dorp ligt op het Plateau van Margraten.

Oorspronkelijk waren er twee aparte plaatsen; enerzijds Cadier, dat een zelfstandige gemeente was, en anderzijds Keer, dat een onderdeel van Heer was. Nadat deze plaatsen volledig tegen elkaar aan waren gegroeid, ontstond in het jaar 1828 de nieuwe gemeente Cadier en Keer, die tevens het afzonderlijke gehucht Sint Antoniusbank omvatte.

Het dorp is vooral aan de noordelijke zijde van de N278 blijven groeien.

Er bevinden zich diverse monumentale gebouwen. Het oudste is de oude kerktoren, welke uit de 12e eeuw stamt. Het originele bijbehorende kerkgebouw is in de jaren 50 van de 20e eeuw afgebroken en daarvoor is een nieuwe H. Kruisverheffingskerk in de plaats gekomen. 

In het landelijk gebied van Cadier en Keer aan de entree van het Heuvelland, tussen Maasdal en Mergelland, met een riant panorama op Maastricht en het traditionele Heuvelland van Berg en Terblijt en Bemelen ligt het gebied Backerbosch.

Het wordt omsloten door oude bossen, glooiende landerijen en twee wijngaarden. Het terrein biedt plaats aan het klooster van de Sociƫteit voor Afrikaanse Missiƫn (S.M.A.), een kruiswegtuin, de golfbaan 'Het Rijk van Margraten' en sportvelden voor hockey, tennis en voetbal.

De namen Cadier en Keer zouden volgens een taalkundige wel eens eenzelfde oorsprong kunnen hebben. Sterker nog, volgens hem zou het wel eens hetzelfde dorp geweest kunnen zijn.

De naam zou zijn oorsprong ontlenen aan het Latijnse Calendarium, wat 'plaats voor warme baden' betekent. In vroegere tijden lag de taalgrens ietwat noordelijker.

Het dorp was oorspronkelijk Romaans talig en heette Calidier, later verbasterd naar Caidier.

Toen ook Germaans taligen in de streek gingen wonen, viel ook de -d eraf en verbasterde de naam naar zoiets als Caieer.

Dit werd later als Keer geschreven.

Het weglaten van die zogenaamde -d komt in het Nederlands wel vaker voor. Vergelijk: veder/veer en weder/weer.

Volgens de Limburgse onderzoeker Tummers lag de taalgrens precies op de Dorpsstraat.

De naam zou ook betrekking kunnen hebben op het Keltische woord kadeir, dat 'hoogte' of 'heuvel' betekent (zie etymologie bij Cauberg).


Meer informatie over Cadier en Keer kunt u vinden op de website van de Historische Kring